De naam "Delfzijl" betekent zijl (= sluis) in de Delf (= de oude naam van het Damsterdiep).
Delfzijl ontstond in de dertiende eeuw toen er een sluis gebouwd werd in de Delf.
Al langere tijd sprake van bewoning van het gebied waar het huidige Delfzijl ligt.
De Romein Plinius de Oudere schreef in 47 na Christus over het gebied aan de oevers van de Eems.
In zijn reisverslag noemt hij de oorspronkelijke bewoners, die behoorden tot de Chauken en woonden op terpen of wierden, zodat zij beschermd werden tegen de twee keer per dag opkomende vloed.
Niet het eerste teken van bewoning in Delfzijl.
In 1982 werd, onder de wierde Heveskes klooster ten oosten van Delfzijl, een hunebed gevonden.
Dit is een indicatie dat er ook al in vroege tijden bewoning was in Delfzijl.
De naam Delfzijl werd voor het eerst genoemd in een oorkonde van 19 juni 1303.
Oorspronkelijk lagen er drie sluizen in de Delf.
Deze werden Slochter-, Scharmer- en Dorpsterzijl genaamd. Men spreekt dus ook wel van "de drie Delfzijlen".
Bij deze sluizen ontstond al snel bewoning toen er een sluiswachter aangesteld werd. Dit was het begin van het ontstaan van het huidige Delfzijl.
Op 24 mei 2014 is het precies 200 jaar geleden dat Delfzijl van de Franse bezetter werd bevrijd.
Tegenwoordig wordt aan dit heugelijke feit geen aandacht meer geschonken en dat is toch wel vreemd als je bedenkt dat 1813/1814 het geboortejaar van ons koninkrijk is.
Wel vieren we de bevrijding van een andere, latere bezetter waardoor die eerste bevrijdingsdag in de vergetelheid is geraakt.
Moeilijke woorden: Sluis; kunstmatige, beweegbare dijk die de verbinding tussen twee wateren kan afsluiten Wierde; kunstmatige opgeworpen heuvel